Staatssecretaris Van Rij wijzigt het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement op een aantal
punten. Ook worden de voorlopige en definitieve forfaitaire rendementspercentages
voor de jaren 2023, 2024 en 2025 bekendgemaakt van de vermogenscategorieën in box 3.
In totaal zijn er 1.737 reacties binnengekomen op de internetconsultatie over box 3.
Naar aanleiding van de reacties en de gevoerde gesprekken zijn er technische verbeteringen
aangebracht op het geconsulteerde voorstel.
Wijzigingen
De afwijkende behandeling van de eerste woning in box 3 (feitelijk de tweede woning,
de eerste eigen woning die permanent wordt gebruikt valt in box 1), die bestemd is
voor eigen gebruik, is geschrapt. In plaats daarvan valt deze woning in box 3 ook
onder de vermogenswinstbelasting net als alle andere onroerende zaken in box 3. Dit
is gedaan om het stelsel eenvoudiger te maken.
Daarnaast is besloten om verliesverrekening met jaren in het verleden te schrappen.
Hiermee was het mogelijk om het verrekenen van verliezen met het voorgaande jaar mogelijk
te maken. De kosten hiervoor zijn hoog, terwijl het ook nog eens erg complex is om
uit te voeren. Om dit mogelijk te maken moet de Belastingdienst aanslagen van oude
jaren aanpassen. De onbeperkte verliesverrekening in toekomstige jaren blijft mogelijk.
Voor onroerende zaken en aandelen in een familie- of startende onderneming moest nog
worden vastgesteld hoe de waarde van deze bezittingen wordt bepaald, als ze al in
bezit zijn van belastingplichtigen op het moment dat het nieuwe stelsel wordt ingevoerd.
Hierover is besloten om de waarde in het economische verkeer aan het begin van 2027
te hanteren. Voor woningen in box 3 gaat het om de WOZ-waarde aan het begin van 2027.
Daarnaast werd opgemerkt dat bij de behandeling van genotsrechten, zoals toekomstige
rente of dividend, het risico ontstaat op oneigenlijk gebruik. Om dit te voorkomen
is de behandeling van genotsrechten aangepast. De prijs voor het kopen van het genotsrecht
is niet langer meer in een keer aftrekbaar in het jaar van het vestigen van het genotsrecht,
maar wordt op praktische wijze in gedeelten in aftrek gebracht in de jaren waarin
het genotsrecht bestaat.
Ook is besloten om – in tegenstelling tot het geconsulteerde voorstel – wel de koerswinsten
of koersverliezen van banktegoeden in vreemde valuta te belasten, zoals een bankrekening
in Amerikaanse dollars. Hiermee wordt het resultaat van deze banktegoeden zuiverder
bepaald. Dit zal wel zorgen voor een grotere administratieve last voor belastingplichtigen
met buitenlandse betaalrekeningen in vreemde valuta. Naar verwachting is dit echter
een relatief kleine groep.
Het is aan de nieuwe Tweede Kamer en een nieuw kabinet om te besluiten over de definitieve
vormgeving van een nieuw box 3-stelsel. Om 1 januari 2027 te halen, moet het wetsvoorstel
in de zomer van 2024 aangeboden worden aan de Tweede Kamer.
Forfaitaire rendementspercentages 2023, 2024 en 2025
Categorie
2023
2024
2025
Banktegoeden
0,92%
PM
PM
Overige bezittingen
6,17%
6,04%
5,88%
Schulden
2,46%
PM
PM
Bron: MvF 25-01-2024.