Heeft een bv voor een aangifteverzuim een verzuimboete gekregen? Dan nog is strafrechtelijke
vervolging mogelijk voor de dga die bewust de opdracht daartoe heeft gegeven.
Een bv heeft haar aangifte omzetbelasting over het eerste kwartaal 2015 niet (tijdig)
ingediend, zodat te weinig omzetbelasting is voldaan. Daarvoor krijgt de bv een verzuimboete
opgelegd. Overigens heeft de bv ook meermalen een onjuiste btw-aangifte ingediend.
Het Openbaar Ministerie (OM) beschuldigt de dga van de bv van het feitelijk leiding
geven aan het niet (tijdig) indienen van de aangifte omzetbelasting. In hoger beroep
oordeelt het hof echter dat het instellen van strafvervolging hier in feite neerkomt
op een tweede bestraffing van hetzelfde feit. Zo’n dubbele bestraffing is niet toegestaan.
Men noemt dit ook wel het ne bis in idem-beginsel.
Doorverwijzing Maar de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2022:364) oordeelt in een cassatieprocedure dat het in de strafzaak niet gaat om hetzelfde
feit. De dga wordt immers vervolgd omdat hij de bv de opdracht heeft gegeven de btw-aangifte
niet (tijdig) in te dienen. De enkele omstandigheid dat de verdachte op het moment
van het ten laste gelegde feit bestuurder en indirect enig aandeelhouder was van de
bv, sluit de ontvankelijkheid van het OM in de vervolging niet uit. De Hoge Raad verwijst
de zaak door naar hof Den Bosch.
Geen schending ne bis in idem-beginsel Voor hof Den Bosch stelt de advocaat van de dga dat het oordeel van de Hoge Raad botst
met Europese rechtspraak. Volgens de advocaat is wel sprake van hetzelfde feit, een
dubbele vervolging en een met de rechtspersoon samenvallende persoon. Daardoor is
het ne bis in idem-beginsel geschonden. Maar het hof merkt op dat de Europese rechtspraak
waarnaar de advocaat verwijst dateert van voor het arrest van de Hoge Raad. Bovendien
meent het hof dat een aangifteverzuim niet hetzelfde feit is als het leiding geven
aan het opzettelijk niet indienen van een btw-aangifte. Daardoor is het ne bis in
idem beginsel niet geschonden. Dat de bv een verzuimboete heeft moeten betalen, kan
overigens wel meewegen bij de strafbepaling voor de dga. Uiteindelijk legt het hof
de dga een taakstraf van 120 uur op. Pas als hij deze taakstraf niet goed vervult,
is een gevangenisstraf van 60 dagen aan de orde.
Bron: gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 22-04-2024 (gepubl. 24-04-2024).