Hof Den Bosch oordeelt dat een in Spanje woonachtige vrouw de buitenlandbijdrage Zorgverzekeringswet
is verschuldigd en dat deze niet verrekenbaar is met Nederlandse inkomstenbelasting.
Een vrouw woont sinds 1997 in Spanje. In 2017 en 2018 ontvangt zij een AOW-uitkering
en pensioen. De belastingheffing over de AOW-uitkering is toegewezen aan Spanje. De
Sociale Verzekeringsbank (SVB) heeft een buitenlandbijdrage Zorgverzekeringswet ingehouden
op de AOW-uitkering. De reden is dat de vrouw als verdragsgerechtigde recht heeft
op medische zorg in Spanje waarvan de kosten voor rekening van Nederland komen. Voor
dit recht op medische zorg is de vrouw de zogenoemde buitenlandbijdrage Zorgverzekeringswet
verschuldigd. Na het voeren van diverse gerechtelijke procedures is komen vast te
staan dat de vrouw de buitenlandbijdrage verschuldigd is. De vrouw wil deze bijdrage
in aftrek brengen op haar te betalen inkomstenbelasting in Nederland. De inspecteur
is het hier niet mee eens.
Buitenlandbijdrage Zvw is geen belasting De vrouw wordt door het hof in het ongelijk gesteld. Eerder heeft de Centrale Raad
van Beroep al geoordeeld dat de vrouw de buitenlandbijdrage verschuldigd is. Ook heeft
de Centrale Raad van Beroep eerder geoordeeld dat de buitenlandbijdrage niet als belasting
is aan te merken. Deze komt dan ook niet in mindering op de verschuldigde inkomstenbelasting.
Het hof verwerpt ook nog de stellingen van de vrouw dat de buitenlandbijdrage als
verkapte bronbelasting moet worden gezien en dat sprake zou zijn van dubbele heffing.
De SVB heeft de buitenlandbijdrage terecht ingehouden en de vrouw kan deze niet verrekenen
met haar in Nederland verschuldigde inkomstenbelasting.
Bron: Hof Den Bosch 12-06-2024 (gepubl. 08-08-2024).