Het demissionaire kabinet heeft in het kader van klimaatregelingen in het Pakket Belastingplan
2024 verschillende maatregelen voorgesteld die zien op autobelastingen en de energiebelasting.
De val van het kabinet kan natuurlijk als gevolg hebben dat sommige maatregelen uiteindelijk
later of helemaal niet doorgaan. Dat zal afhangen van de nieuwe samenstelling van
de regering.
Verhogen vaste voet BPM Het is de bedoeling om de vaste voet in de BPM vanaf 2025 te verhogen met € 200 (prijspeil
2023). Het demissionaire kabinet wil de opbrengst gebruiken als dekking voor het extra
budget van de aanschafsubsidie.
Aanpak no-cure-no-pay procedures BPM Het demissionaire kabinet heeft het grote aantal BPM-procedures, waarbij gemachtigden
werken op basis van het no-cure-no-pay-beginsel, willen aanpakken. Zo zal een verlaging
plaatsvinden van de forfaitaire proceskostenvergoeding voor de BPM. Ook zullen bestuursorganen
verschuldigde proceskostenvergoedingen en immateriële schadevergoedingen zoveel mogelijk
overmaken op de bankrekening van de belanghebbende zelf.
Versoepeling voor inschrijving van buitenlandse kentekens In 2014 zijn aanscherpingen doorgevoerd met betrekking tot buitenlandse kentekens
waarover de kentekenhouders ten onrechte geen motorrijtuigenbelasting (MRB) betalen.
De aanscherpingen kunnen leiden tot naheffingen over een periode van vijf jaar. Het
blijkt echter daarbij niet alleen te gaan om evidente frauduleuze gevallen. Soms blijkt
een kentekenhouder zich ondanks voorlichting niet bewust zijn van de in Nederland
geldende verplichting om het buitenlands motorrijtuig in te schrijven in het Nederlands
kentekenregister. Op dit punt zal een kleine versoepeling van de regels plaatsvinden
zodat schrijnende situaties beter zijn te vermijden.
Verduidelijking van MRB-vrijstelling bij APK-keuringsrit In beginsel moet de kentekenhouder van een auto met een geschorst kenteken alsnog
MRB betalen als hij met de desbetreffende auto op de openbare weg rijdt. Een uitzondering
geldt als dat weggebruik verband houdt met een APK keuringsrit. Er komt een verduidelijking
dat deze vrijstelling in de motorrijtuigenbelasting alleen geldt op de dag van de
APK-keuring.
Verduidelijken naheffen MRB bij een ontbrekende aanvullende aangifte De Wet MRB 1994 bepaalt dat een naheffing voor de motorrijtuigenbelasting mogelijk
is vanwege een verandering aan het motorrijtuig. Dat is bijvoorbeeld het geval bij
de ombouw van een bestelauto die in het kader van een onderneming wordt gebruikt naar
een personenauto. Er komt een verduidelijking dat het niet uitmaakt of die verandering
is aangebracht door de huidige of een vorige houder van het motorrijtuig of dat het
motorrijtuig altijd al in die specifieke toestand verkeerde. Kentekenhouders grijpen
deze onduidelijkheid in de wetgeving namelijk soms aan in juridische procedures om
de naheffingsaanslag ter discussie te stellen.
Lager naheffingsbedrag bij onjuist gebruik groen kenteken Bedrijven die handelen in auto’s mogen auto’s uit hun handelsvoorraad in bepaalde
gevallen op de weg laten rijden met een groen kenteken, ook wel handelaarskenteken
genoemd. Onder de huidige wetgeving vindt bij onjuist gebruik van het handelaarskenteken
naheffing van MRB plaats over twaalf maanden. Eventueel kan daar nog een fiscale boete
bijkomen van maximaal 100% van de na te heffen MRB. Dit effect is volgens de wetgever
disproportioneel als het verzuim is beperkt tot uitsluitend het niet kunnen overleggen
van het handelaarskentekenbewijs. Daarom is voorgesteld om de naheffingsaanslag in
zo’n geval te baseren op drie maanden.
Afschaffen vrijstelling duaal gebruik kolenbelasting De kolenbelasting kent een vrijstelling voor duaal gebruik van kolen. Duaal gebruik
wil zeggen dat men de kolen gebruikt als verwarmingsbrandstof en voor een ander doel
dan brandstof voor een motor of voor verwarming. Het is de bedoeling dat deze vrijstelling
voor duaal gebruik per 1 januari 2028 wordt afgeschaft.
Uitwisselen van informatie door energieleveranciers Op Nederland rust een informatieplicht richting de Europese Commissie ter controle
van de goedgekeurde steunmaatregelen. Om te voldoen aan deze informatieplicht, wordt
een expliciete wettelijke grondslag opgenomen die de informatieverstrekking van gegevens
door energiebelastingplichtigen en begunstigden regelt.
Aanscherping tarieven en nieuwe schijven energiebelasting De wetgever wil per 1 januari 2025 via een ingroeipad een aantal maatregelen nemen
met betrekking tot de energiebelasting. Zo zal een verlaging plaatsvinden van de tarieven
voor huishoudens tot een bepaald gasverbruik. Daarboven zal sprake zijn van een verhoging.
Daarnaast komt er een apart tarief voor waterstof. Bovendien wil de wetgever maatregelen
treffen om de degressiviteit bij aardgas aan te passen. Verder moet een verlaging
van de tarieven elektriciteit in de hogere verbruiksschijven plaatsvinden. Het is
de bedoeling dat maatregelen uiterlijk in 2030 volledig zijn doorgevoerd. Ook kan
men per 1 januari 2024 de invoering van nieuwe eerste schijven energiebelasting verwachten.
Het is noodzakelijk om in het Belastingplan 2024 nadere wetswijzigingen door te voeren
om dit mogelijk te maken. Daarbij valt te denken aan:
een beperking van de kring van verzoekers die teruggaafverzoeken mogen indienen,
het tijdelijk oprekken van de beslistermijn voor teruggaafverzoeken tot twintig weken,
en
een wijziging in regeling van tarief voor gas voor een of meerdere woonhuizen op de
aansluiting van een glastuinbouwbedrijf.
Afschaffen en beperken vrijstellingen energiebelasting In het coalitieakkoord is een aantal afspraken gemaakt met betrekking tot de energiebelasting.
Zo is afgesproken om het verlaagd tarief in de energiebelasting voor de glastuinbouw
te laten vervallen. Maar andere afspraken zien op enkele vrijstellingen in de energiebelasting.
Om te beginnen zullen de vrijstellingen in de energiebelasting voor metallurgische
en mineralogische processen komen te vervallen. Daarnaast zal een beperking plaatsvinden
van de input-vrijstelling in de energiebelasting voor elektriciteitsproductie. Deze
vrijstelling zal worden beperkt tot het gebruik van aardgas voor elektriciteitsproductie
die men levert aan het net. Deze maatregel is gericht op installaties voor warmtekrachtkoppeling
(wkk’s).
Actualisering energiebelasting rond duurzame warmtebronnen Voor aardgas dat men gebruikt bij de ondersteuning van warmteopwekking uit duurzame
bronnen geldt een gunstigere behandeling in de energiebelasting. Het is de bedoeling
dat een uitbreiding zal plaatsvinden van de lijst van duurzame bronnen wordt met deze
wijziging uitgebreid met nieuwe duurzame technieken. Aandachtspunt vanuit handhaafbaarheid
is een duidelijke en uitvoerbare afbakening.
Maatregelen in verband met de CO2-uitstoot Bij de behandeling van de wetten voor introductie van de minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking
en industrie is toegezegd om de hoogte van de tarieven te evalueren. Eventueel valt
een en ander te wijzigen in het Belastingplan 2024. Bovendien is in het Convenant
Energietransitie Glastuinbouw afgesproken om een CO2-heffing voor de glastuinbouw
te introduceren.
Bron: MvF 10-01-2022 – Coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ en MvF 08-05-2023, nr. 2023-0000111799 .