Een werknemer die in Nederland woont, komt niet in aanmerking voor de 30%-regeling.
Dit geldt ook als hij tevens buiten Nederland een woonplaats heeft.
Een Indiase man woont en werkt in India. Hij is daar samen met zijn moeder eigenaar
van een woning. De voorzieningen staan op zijn naam. Hij heeft onder meer Indiase
verzekeringen en een Indiaas pensioen. Voor de jaren 2016/2017 en 2017/2018 deed hij
aangifte in India. Begin 2017 komt hij naar Nederland om een MBA-opleiding te volgen.
Hij krijgt een tijdelijke verblijfsvergunning en huurt hier een woning, waar hij vanaf
27 februari 2017 ingeschreven staat. Zijn Indiase echtgenote komt een maand later
ook naar Nederland en staat ingeschreven op hetzelfde adres. Hij doet voor 2017 en
2018 IB-aangifte als binnenlands belastingplichtige. Na zijn afstuderen treedt hij
in dienst bij een in Nederland gevestigde Ltd. Binnen een jaar stapt hij over naar
een ander bedrijf, dat verzoekt om toepassing van de 30%-regeling. De inspecteur weigert
de 30%-regeling omdat de man geen ‘ingekomen werknemer’ is.Rechtbank Gelderland heeft de 30%-regeling toegekend. De man kon niet als een fiscaal
inwoner van Nederland worden aangemerkt omdat een duurzame band van persoonlijke aard
ontbrak. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de 30%-regeling terecht is geweigerd.
Een werknemer die in Nederland woont, komt niet in aanmerking voor de regeling. Dit
geldt ook als hij tevens buiten Nederland een woonplaats heeft. Het hof concludeert
dat de man in Nederland woonde bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst met de Ltd.
De man is na zijn afstuderen geen enkele keer naar India teruggekeerd en het is niet
aannemelijk dat hij dit op enig moment zou doen. Het hof hecht minder waarde aan de
woning in India, de Indiase verzekeringen en de andere zaken waardoor hij aan India
is gebonden.
Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 25-04-2023 (gepubl. 05-05-2023)