Bel ons Stuur een mail Klantenportaal Naar klantenportaal

​De inspecteur moet informatie in het dossier over andere belastingplichtigen onder
bijzondere omstandigheden toevoegen aan het dossier van die andere belastingplichtigen.

Tussen ouders en hun dochter en zoon heeft een grondtransactie in de agrarische sfeer
met voorbehoud van een pachtrecht plaatsgevonden. De dochter heeft haar verkregen
– verpachte – deel in box 3 verantwoord. Bij oplegging van de primitieve aanslag IB/PVV
2014 is dat gevolgd. In 2014 hebben de ouders afstand gedaan van hun pachtrecht, in
2016 hebben zij het landbouwbedrijf gestaakt. Na onderzoek bij de moeder heeft de
inspecteur in 2017 een onderzoek bij de dochter ingesteld. Zijn conclusie was dat
de verpachte grond niet tot box 3 is te rekenen. De grondtransactie leidt namelijk
tot een ongebruikelijke terbeschikkingstelling (tbs) in box 1. Daarom heeft hij de
onderhavige navorderingsaanslag IB/PVV 2014 opgelegd. Hof Den Haag deelde de visie
van de inspecteur dat sprake is van een ongebruikelijke tbs maar heeft de navorderingsaanslag
vernietigd wegens een ambtelijk verzuim.
Ambtelijk verzuim De Hoge Raad acht het oordeel van het hof inzake de ongebruikelijke tbs cassatieproof.
De Hoge raad deelt eveneens de conclusie dat hier sprake is van een ambtelijk verzuim.
Daarbij zet de Hoge Raad het juridische kader uiteen waarbij hij deels ‘omgaat’ ten
opzichte van het arrest van 29 augustus 1997. Nu geldt de regel, kort gezegd, dat
gegevens die relevant kunnen zijn voor de belastingheffing van andere belastingplichtigen
onder bijzondere omstandigheden moeten worden toegevoegd aan het dossier van die andere
belastingplichtigen. Die situatie doet zich hier voor. De gegevens met betrekking
tot de grondtransactie uit het dossier van de moeder hadden moeten worden opgenomen
in het dossier van de dochter. Nu dat niet is gebeurd, is sprake van een ambtelijk
verzuim.
Bron: Hoge Raad 27-10-2023 en 29-08-1997. 

Punt & Van de Weerdt